In de wetenschap dat de derde kanshebber op de titel, Schiedam, eerder in de week zijn wedstrijd al had gewonnen, vochten RDC en Den Haag in een onderling duel voor de koppositie. Gelukkig konden beide teams in de sterkst mogelijke opstelling starten, waardoor zich een spannende strijd ontwikkelde die uiteindelijk op bord twee beslist werd.

De damzaal was rumoerig, vergelijkbare taferelen kennen we van het WK schaatsen 1987 in Thilaf, toen Nicolay Gulyayev de eerste overdekte titel won; ik herinner mij een hal Friezen die uit volle borst De Internationale meezongen. In die atmosfeer opende Arjen de Mooij de score. Na een onregelmatige opening kwam hij strategisch in zwaar weer. Arjens tegenkansen zouden moeten komen van tactische wendingen. Eén daarvan koste de Hagenees een schijf, en nadat niet veel later een tweede afwikkeling volgde konden ook de resterende schijven in het doosje.

Thomas Wielaard speelde een sterke opening en leek groot voordeel te hebben. Het lukte hem echter niet om de stand onder controle te houden, en nadat zijn tegenstander zich, met veel ruilen, voldoende ruimte had verschaft, bleek de partij niet meer dan een remise op te leveren.
Minder goed ging het bij Richard Meijer. Vanuit de opening kwam hij in zwaar weer terecht. Met een op het eerste gezicht lange forcing dwong zijn tegenstander steeds nieuwe verzwakking af, totdat het moment kwam dat Richard niet meer alle dreigingen kon pareren, en het moede hoofd in de schoot legde.

Kantelpunt in de wedstrijd was de partij van Steven den Hollander. De teamleider van Den Haag had bewust een sterke speler op bord zes gezet, met de bedoeling daar het verschil te maken. Hoewel Steven actief opende, kwam hij wel steeds meer onder druk te staan. Geconcentreerd verdedigend creëerde hij voldoende kansen om de veilige remisehaven te bereiken. Helemaal werd hij niet op de proef gesteld, doordat zijn tegenstander een kleine combinatie over het hoofd zag, waarna de vrede al snel getekend werd.

Met deze 4-4 tussenstand zaten de vier kopmannen nog aan het bord. Cor van Dusseldorp had op bord twee gekozen voor een veilig aanvalletje. In eerste instantie niet buitengewoon kansrijk. Naarmate het spel vorderde kreeg de aanval steeds meer kracht en kon een volle winstpoging gewaagd worden. In tijdnood werden alle trucs uit de kast gehaald. Een damcombinatie, die uiteindelijk remise geworden zou zijn, werd opengezet, maar door Cor genegeerd. Twee zetten later deed hij zelf een vergiftige schijf in de aanbieding, zijn tegenstander doorzag dit en liet de schijfwinst lopen. Direct daarna kwam Cor met een offer. Hiertegen had de Hagenees geen verweer, en met een schijf voor gaf hij zich gewonnen.

Het eerste bord was voor de Rijnsburgers minder rooskleurig. Frerik Andriessen speelde tegen oud lid Bas Messemaker, toevallig zijn teamgenoot in de landelijke competitie. Frerik speelde een opening die heel vaak wordt gespeeld en met goed resultaat. Bas had de opening echter bestudeerd en dat bleek al snel. Binnen tien zetten keek Frerik tegen een failliete stand aan. Een, bij analyse vastgestelde, kleine onnauwkeurigheid gaf Frerik weer kansen op de remise, en deze waren wel aan hem besteed. Langzaam worstelde hij zich onder de druk uit, met een vlucht naar een vrijwel gelijkwaardig eindspel. Bijna nog vergreep Bas zich, de verliezende zet had hij al in zijn hand. Tijdig liet hij zijn dam op een ander veld los, waarna de remise overeen gekomen werd, de overwinning voor RDC was daarmee een feit.

Door de overwinning blijft RDC eerste staan in de competitie. Over twee weken staat de uitwedstrijd tegen de nummer twee, Schiedam, op het programma. Met een punt voorsprong op Schiedam en drie op Den Haag, betekent een overwinning een vroegtijdig kampioenschap.